Toos van Oers, directeur van Wereld Dorpen voor Kinderen, interviewt Glaiza, oud-leerlinge van het Meisjesdorp in de Filipijnen.
Glaiza: Ik ben geboren in de Filipijnen. Ik kom uit Socorro, Oriental Mindoro.
Ik ben de middelste van het gezin. Voor mijn oudste zus en mijn broer konden mijn ouders wel onderwijs betalen. In de Filipijnen moeten ouders alles zelf betalen, het onderwijs, schooluniform, boeken, schriften. Mijn moeder maakte ieder schooljaar schriften van de ongebruikte bladzijden uit oude schriften: die bond ze dan aan elkaar. Voor mij en mijn kleine zusje konden mijn ouders het niet meer betalen. Maar mijn ouders hebben mij nooit tegengehouden in mijn ambities. Ze wisten dat ze mij niet alles konden geven met nog drie kinderen.
Toos: Toen je 11 jaar was ben je naar het Meisjesdorp in Manila gegaan. Hoe was de eerste dag dat je daar aankwam?
Glaiza: We kwamen ’s avonds laat aan in het Meisjesdorp. Pas de volgende dag zag ik wat er allemaal voor mij was: een eigen kastje, met een set nieuwe kleding, ondergoed, sokken (netjes opgevouwen), sportkleding, schoenen voor school en sport, rugzak met schoolspullen (pen, schriften etc.). Alle zorgen van de ouders worden weggenomen. Verder krijg je een eigen stoeltje, bord, beker en bestek. En alles was nieuw, rook zelfs nieuw. Ook nog een handdoek en tandenborstel, zeep, shampoo. Dan nog beddengoed. Alles voor jezelf, niets hoef je met een ander te delen. Thuis kreeg ik altijd de afdankertjes van mijn grotere zus.
Toos: Hoe heb je je tijd in het Meisjesdorp ervaren?
Glaiza: De eerste twee maanden in het Meisjesdorp zijn het moeilijkst. Na een maand kreeg ik veel heimwee. Eerst dacht ik: leuk, ik ga nieuwe dingen doen, nieuwe mensen ontmoeten. Maar na een maand wilde ik eigenlijk terug naar huis. Ik miste mijn ouders en dacht dat ze minder van mij hielden dan van hun andere kinderen.
Toen besefte ik niet hoe dit alles mogelijk is. Wie dit allemaal betaalde. Als kind kreeg ik alleen een klein cadeautje met Kerst. Bij de Zusters kon ik ook mijn verjaardag vieren en kreeg ik grotere cadeaus, maar wel altijd nuttige dingen. Nu besef ik dat normale mensen, geen miljonairs, kinderen in armoede helpen en steunen. En die kinderen een kans geven.
Toos: Wat heb je eraan gehad?
Glaiza: Alle kansen die ik heb gehad heb ik gekregen in het Meisjesdorp bij de zusters: op het gebied van onderwijs, muziek, sport. En alles gratis. Er waren geen zorgen meer voor mijn ouders om dit allemaal te betalen. Sport en cultuur zijn zo belangrijk voor kinderen op die leeftijd.
Ik heb zoveel van de zusters geleerd: niet alleen academisch, maar ook spiritueel en respect hebben voor anderen. Je bent met zoveel verschillende meisjes samen, daar zijn altijd verschillen van mening, maar dat hoeft niet te leiden tot stress en ruzie. Je leert om elkaar te accepteren en respect te hebben. Dat is een belangrijke levensles die ik heb meegekregen.
Ik heb mijn diploma gehaald in 2002. Ik ben nog een tijdje in het Meisjesdorp blijven wonen om de zusters met allerlei dingen te helpen: in de kliniek en met de voorbereidingen voor nieuwe leerlingen. In 2003 ben ik begonnen met mijn opleiding tot verpleegster.
Toos: En sinds 2011 woon je in Nederland.
Glaiza: Ja ik ging een vriendin in Nederland bezoeken en ben toen mijn huidige man tegengekomen. Na een aantal cursussen kan ik nu op B2 niveau Nederlands. Ik werk bij een groot internationaal kledingbedrijf.
Toos: Dankjewel dat je hier wilde zijn om je verhaal te vertellen.
Elke maand inspirerende verhalen en het laatste nieuws over Wereld Dorpen voor Kinderen in jouw mailbox.